Van de hoofdredacteur

Maart 2020

Tot tranen toe geroerd

In de bijna driehonderd gesprekken die ik op de meest curieuze plekken met mensen van allerlei pluimage heb mogen voeren voor de evenzoveel verhalen die ik tot nu toe voor LabVision heb geschreven, is mij bij het werken aan deze editie iets overkomen wat ik nog nooit had meegemaakt. Ik werd namelijk bijna overmand door emoties; de tranen sprongen mij in de ogen en mijn mondhoeken begonnen lichtjes te trillen.

Ik zal niet ontkennen dat het mij ook wel eens bijna te kwaad word als ik door de gangen van zo’n ziekenhuis met allemaal zieke kindjes loop, op weg naar een onderzoeksafdeling waar keihard wordt gewerkt om wat van dat leed te verzachten. Als bijna-indringer in die broze intimiteit tussen ouder, kind en arts –zo voelt het althans–, zou je je het liefst eventjes in de onzichtbaarheidsmantel van Harry Potter willen hullen.
Bij ‘Farmacie’ in Groningen, dat min of meer verweven is met het UMCG, is die mantel niet nodig, want daar stap je zo vanuit P-Noord het doolhof van ‘De Brug’ in. Daar had ik ‘veilig voor al het menselijk leed’ een afspraak met Paul Hagedoorn van de vakgroep Farmaceutische Technologie en Biofarmacie, die mij alles zou gaan vertellen over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van inhalatietechnologie. Lekker technisch, over het dresseren van wervelingen en het naar je hand zetten van deeltjes. De farmaceut als regisseur.

Naast de technologische kant van het verhaal houdt Paul zich echter ook intensief bezig met de klinische implicaties van zijn vindingen, en weet hij ook daar met veel enthousiasme over te vertellen. Daarom beveel ik dit artikel aan.

Op het einde van het interview met hem (en niet ontoevallig (let op: spoiler alert!) ook op het einde van het artikel) wist Paul zo beeldend te vertellen hoe de Groningse inhalatietechnologie het verschil maakte voor een patiënte, dat deze dame voor mij veranderde van een ‘abstract iemand met een ziekte’ in een ‘concreetmens van vlees en bloed’. Dit volkomen onverwachte beeld kwam –zeker zonder onzichtbaarheidsmantel– keihard binnen.

Eenzelfde ervaring had ik bijna dertig jaar geleden –ruim voor het LabVision-tijdperk– bij een andere regisseur: Steven Spielberg die mij op het einde van de grotendeels in z/w gedraaide film Schindler’s List overrompelde met de kleurenbeelden van een groep naar de camera toelopende mensen. Mensen van vlees en bloed, die in ‘de echte wereld’ waren gered door Oskar Schindler. Goedkoop (maar daardoor ook weer geniaal) effectbejag toen. Oprechte betrokkenheid nu. Daar kan Spielberg nog een puntje aan zuigen.

Richard Bezemer
Hoofdredacteur LabVision

labvision@bezemercommunicatie.nl

Scroll naar boven

Inschrijven voor de nieuwsbrief én LabVision digitaal ontvangen?