Voorspellen van het onvoorspelbare

Op 1 april maak ik sinds enkele jaren een klein vreugdesprongetje. Vanaf die dag is het namelijk tot aan 30 september weer genieten van de droogtemonitor (voor de liefhebbers: www.knmi.nl/nederland-nu/ klimatologie/droogtemonitor), die iedere dag op basis van de data van 13 basisstations het neerslagtekort in Nederland weergeeft. Om het extra spannend te maken zijn er naast de (altijd saaie) mediaan over ruim 100 jaar aan metrologische data ook de waarden van het recordjaar 1976 en het bijna-recordjaar 2018 uitgezet.

Intrigerend aan de actuele grafiek is dat er achter die lijn nog 15 stipjes staan. Die geven de 15-daagse verwachting aan, of beter gezegd: het midden van de verdeling binnen de marge, die over die periode van ruim twee weken voorspellen is berekend. Die grijsgearceerde marge, die vanzelfsprekend over de loop van de tijd wat uitdijt, heeft iets geruststellends: het kan afwijken, maar we blijven wel binnen dat gebied. Hoe anders dan de statistisch gezien vrij idiote, margeloze voorspellingen van de buienradars van deze wereld die op grond van zo’n beetje dezelfde data zonder blikken of blozen zeggen dat er over 11 dagen precies 6,2 mm regen valt.

Het gekke is dat de meeste mensen niet op statistische nuancering zitten te wachten, terwijl die toch de voorspelde werkelijkheid het beste benadert. Dat maakt voor regen of droogte niet zoveel uit, maar -om maar eens een zijstraat te nemen– als het gaat over het aantal toekomstige coronabesmettingen, ziekenhuis- en ic-opnames wil je daar zo goed als mogelijk richting aan geven. Een stip op de horizon met niet te veel onzekerheidsmarge. Het probleem is echter dat in tegenstelling tot de al decennialang geoptimaliseerde weermodellen van het KNMI de onderliggende coronamodellen van de bijna buren van het RIVM nog amper droog achter de oren zijn. Je kunt daar dus (letterlijk) veel minder van verwachten, zeker voor de lange termijn.

Een overtreffende trap qua voorspellen –en hiermee bereiken we het onvoorspelbare uit de kop van dit stukje– is als je ook nog eens rekening moet houden met het menselijk gedrag rond die onzekerheid van de coronavoorspellingen. Voor die uitdaging staat de organisator van de eerste fysieke labbeurs sinds tijden, LabNL, van 28 tot en met 30 september in de Jaarbeurs Utrecht. Zo’n vier maanden voordat het feest moet gaan losbarsten is de onzekerheidsmarge dan ook nog groot, niet alleen rond de voorspelling of het event door mag gaan, maar ook of bij groen licht mensen in groten getale afreizen naar Utrecht om LabNL te bezoeken.

Hoopgevend is dat jullie zelf iets aan die marge kunnen doen door je nu in te schrijven als bezoeker op fhi.nl/labnl.

Richard Bezemer
Hoofdredacteur LabVision

labvision@bezemercommunicatie.nl

Scroll naar boven

Inschrijven voor de nieuwsbrief én LabVision digitaal ontvangen?